Schrijf jij regelmatig zelf teksten voor je website, blog of social media? En vraag je je af of je teksten lekker leesbaar zijn? Wij zetten 12 handige tips voor je op een rij waardoor jouw teksten direct lekker weglezen. Dit zijn 10 oplossingen voor de meest voorkomende problemen. Ook handig om te gebruiken in je e-mailcontact met klanten.
1. Gebruik zo min mogelijk werkwoorden
Vanaf vandaag valt jou dit ook op: het grote aantal werkwoorden dat mensen in 1 zin gebruiken. Je kunt je voorstellen dat je op een website de volgende zin tegenkomt:
‘Dat zullen we voor u gaan organiseren’.
Heel vriendelijk en dienstbaar, maar deze zin bevat maar liefst 3 werkwoorden: zullen – gaan -organiseren. De zin wordt zo onnodig langdradig en minder actief. Dezelfde zin met 2 werkwoorden wordt: ‘Dat zullen we voor u organiseren’. Maar beter is: ‘Dat organiseren wij voor u’.
Klinkt de zin met 1 werkwoord niet stukken overtuigender?
Probeer dus hulpwerkwoorden zoals zullen, kunnen, mogen, willen, moeten, etc. zoveel mogelijk te vermijden. Daar wordt de tekst prettig leesbaar en overtuigend van.
Nog een paar voorbeelden:
‘Ik zou u volgende week willen bellen voor een afspraak.’ > ‘Ik bel u volgende week voor een afspraak.’
‘Het bedrijfsfeest wordt door hem georganiseerd’ > ‘Hij organiseert het bedrijfsfeest’.
2. Vermijd wollig, stijf er formeel taalgebruik
Ga niet ‘mooier praten’ op je website, in een blog of tegen klanten dan nodig is.
‘De voorwaarden welke u op onze site kunt vinden’ > De voorwaarden die u op onze site kunt vinden’.
welke > die
met behulp van > door, met
op deze wijze > zo
als gevolg van > door
alsmede > ook
Etcetera. (Enzovoort).
Sla echter niet door naar volledige spreektaal. ‘Dat gaan we wel even fixen’ is toch minder netjes dan ‘Dat regelen wij voor u’.
3. Kies 1 aanspreekvorm: jij of u – ook bij meervoud
Het lijkt logisch, maar toch gebruiken veel bedrijven op hun site de aanspreekvormen ‘jij’ en ‘u’ door elkaar. Bedenk wat jij wilt uitstralen naar je klanten en hou daarin 1 lijn. Kies je voor je/jij? Dan kun je als meervoud ook ‘jullie’ gebruiken. Kies je voor u? Dan is het meervoud van ‘u’ ook ‘u’. Gebruik afstandelijke termen als ‘men’ en ‘ze’ zo min mogelijk.
4. Vaktermen en afkortingen
Verplaats je in jouw lezer of klant. Begrijpt de lezer alle woorden, vaktermen en afkortingen die je gebruikt? Zo niet, leg ze dan uit.
Ik liep hier regelmatig tegenaan bij mijn werk in de reisbranche. Termen als ‘accommodatie’ (waarom niet gewoon: hotel?) en ‘transfer’ (vervoer naar uw hotel) kunnen duidelijker.
Maar ook vakorganisaties: aangesloten bij het NIVRE > zet erachter wat het NIVRE is (Nederlands Instituut Van Register Experts).
Of termen als ‘SEO’; weet iedereen wat Search Engine Optimization is? Of is het duidelijker als je uitlegt dat het gaat om ‘een betere vindbaarheid in Google’? Zorg dat jouw lezer geen woordenboek of Google nodig heeft om je tekst te begrijpen.
5. Gebruik synoniemen
Vaak komen bepaalde woorden veel voor in je tekst. Je hebt immers een specifiek onderwerp gekozen. Om je tekst spannend te houden, kun je de sleutelwoorden vervangen door een synoniem. Een handige tool hierbij is Synoniemen.net. Maar: ga ook niet té creatief aan de slag. Voor je vindbaarheid in Google (SEO) is het goed dat jouw sleutelwoorden wel enkele malen in de tekst voorkomen.
6. Hoe minder woorden, hoe krachtiger
Minder woorden gebruiken is niet alleen belangrijk bij het gebruik van werkwoorden. Je gehele tekst komt krachtiger over:
‘Als je deze tips gebruikt, zal je tekst prettiger leesbaar worden’ > ‘Gebruik deze tips, dat leest prettiger.’
7. Zaai geen twijfel
Hoe vaak gebruiken we woorden als ‘misschien’ of ‘ik denk’?
‘Dit is misschien wel iets voor u’ > ‘Dit is iets voor u’
‘Ik denk dat dit het best bij u past’ > ‘Dit past het best bij u’
‘Je kunt hier je voordeel mee doen’ > ‘Doe hier je voordeel mee’
'Ik probeer u morgen te bellen' > 'Ik bel u morgen'
Als jij overtuigd bent, is je lezer dat ook.
8. Zelfde boodschap, andere verpakking
Kies voor positief taalgebruik en een positieve frame. Taal heeft immers niet alleen invloed op de zin die je formuleert, maar ook op de verdere context van het onderwerp waarover je schrijft. Onze hersenen leggen sneller negatieve associaties bij woorden als 'niet' en 'geen', en bij andere 'glas-half-leeg'-formuleringen. Je kunt dit ombuigen door de de formulering positief te benaderen.
Enkele voorbeelden:
'Wij sluiten om 18.00 uur.' > 'Wij zijn geopend tot 18.00 uur.'
'U kunt beter niet kiezen voor...' > 'U kunt het beste kiezen voor...'
'Ons product is niet slecht voor het milieu' > 'Ons product is milieuvriendelijk geproduceerd'
Let hier vooral op als het gaat om slogans, titels, subkoppen, intro's en quotes. Kortom: elementen die opvallen in een tekst of tekstelementen die op zichzelf staan.
9. Gebruik niet te lange zinnen
Zinnen lezen het lekkerst als ze niet langer zijn dan 10 tot 15 woorden. Dat is soms lastig, maar wissel lange zinnen dan goed af met korte zinnen. En zet halverwege een punt om ze in te korten:
‘Dat is soms lastig, maar wissel lange zinnen dan goed af met korte zinnen.’ > ‘Dat is soms lastig. Wissel lange zinnen daarom af met korte zinnen.’
10. Tussenkopjes en alinea’s
Gebruik tussenkopjes in je tekst die de lading dekken. Dat is heel goed voor de SEO (de vindbaarheid van jouw tekst in zoekmachines zoals Google). En het maakt je tekst overzichtelijk en leesbaar. Bovendien weet een scannende lezer zo onmiddellijk waar jouw tekst over gaat. Zet een tussenkopje boven elke alinea en zorg dat de alinea’s gemiddeld 4 á 5 regels lang zijn.
11. Los een probleem op of beantwoord een vraag
Het blijven de meest gelezen teksten; begin met een probleemstelling die jouw lezer kan hebben. Of met een vraag. ‘Heb jij dat ook weleens’, ‘Vraag jij je wel eens af’, etc. Lezers die zich in het probleem of in de vraag herkennen, zullen jouw tekst sowieso lezen.
12. Publiceer je tekst niet direct nadat je het geschreven hebt.
Leg je tekst even weg, slaap er een nachtje over en herlees het daarna. Fouten zullen je zo veel sneller opvallen. Vraag bij belangrijke teksten of iemand ze naleest.
Veel schrijfplezier!
Geef jij het schrijven van teksten liever uit handen aan een ervaren tekstschrijver? Neem contact op om te horen wat wij voor jou kunnen betekenen.
Dit artikel gaat in mijn bookmarks 🙂 Betreft puntje 3; ‘u’ of ‘jij’ ben ik van mening dat je vandaag de dag je website bezoekers het beste met ‘jij’ aan kunt spreken. Wanneer je ‘u’ gebruikt creëer je afstand met de lezer. Zeker in Nederland raken we meer en meer vertrouwd met tutoyeren.
Dat klopt, nog niet zolang geleden was ‘u’ de enige optie om beleefd met klanten en websitebezoekers te communiceren, ‘jij’ was vertrouwelijk en enkel bedoeld voor bekenden. Maar tegenwoordig drukt de jij-vorm vooral saamhorigheid en gelijkheid uit: we staan allemaal op gelijke voet.
Toch blijft het een interessante discussie, vooral als de aanspreekvorm terugkomt in de gehele bedrijfsvoering van een organisatie. We kennen een bedrijf waar tutoyeren ’the only way to go’ is in de gehele communicatie met klanten, wat toch soms gekke situaties (en discussies) oplevert tussen veelal jonge werknemers en enkele oudere klanten.
Maar dat zijn uitzonderingen, vooral in online communicatie en print gaat ook onze voorkeur sterk uit naar de jij-vorm!
Goed hoor, WebNomad: ik sta hier vierkant achter! Voor verdieping zie de Economist Style Guide …
Bedankt Michiel! En inderdaad uit de stijlgidsen kun je ook mooie schrijftips halen. Voor ons verplicht maar heel interessant leesvoer!
Handige tips voor tekstschrijven! Beperk het aantal werkwoorden in een zin om het krachtiger te maken. Vermijd wollig en formeel taalgebruik voor toegankelijkheid. Dank voor deze waardevolle inzichten!
Groetjes,
Joost
Graag gedaan Joost, fijn dat je er je voordeel mee kan doen!